
Notes
Een heerlijk frisse en licht pittige sambal die zich goed leent bij vegetarische en -visgerechten.
Ik gebruik geen keukenmachine en ‘ulek’ de ingrediënten pas nadat ze gebakken zijn. De kemirienoten heb ik al wel van tevoren geroosterd en fijngemalen. Graag houd ik deze sambal wat grof van structuur zodat deze enigszins een ‘bite’ heeft en je nog wat ervaart van de ‘knapperigheid’ van de petehbonen.
Ingredients
- Rode Lomboks
- Witte ui
- Knoflook
- Verse Gember
- Sereh
- Kemirienoten
- Gulah Jawa
- Azijn
- Petehbonen
- Trassi
Instructions
- Snijd de uien en lomboks (niet al te fijn).
- Spoel de petehbonen met water af en dep ze droog met een keukendoek.
- Rooster in een koekenpan de kemirienoten en vijzel ze.
- Snijd de gember in dunne plakjes en de sereh (eerst even kneuzen) in ringetjes.
- Verhit in een pan wat rijstolie en fruit hier de lomboks, uien en fijngesneden knoflook in.
- Voeg hier daarna de gember, kemirie, sereh, petehbonen en trassi aan toe.
- Bak het geheel goed om en laat de geuren vrijkomen.
- Voeg wat azijn en een stuk gulah jawa toe en blijf goed roeren.
- Zet het vuur wat hoger en bak het geheel kort aan.
- Zet het vuur uit en voeg nog wat rijstolie aan het mengsel toe. Daarna goed omroeren.
- Laat de sambal afkoelen.
- Schep de sambal in een cobeh en maal deze tot gewenste structuur.
- De sambal is nu gereed voor consumptie.
- Wil je de sambal wat langer houdbaar maken schep deze dan in een schone pot, draai er een deksel op en pasteuriseer (op 65-75 graden) het geheel ongeveer 10-15 minuten.